Atopie (omgevingsallergie) bij de hond

Atopie is een van de mogelijke allergieën waar een hond last van kan hebben. Naast atopie bestaat er ook nog vlooienallergie, voedselallergie en minder vaak komen ook nog insectenbeet-overgevoeligheid, medicijnovergevoeligheid en contactallergie voor.
Dit artikel gaat over atopie. Atopie houdt in dat uw hond overgevoelig of zelfs allergisch is voor 'onschuldige' stoffen uit de omgeving (zoals huisstofmijt, grassen, boompollen, et cetera). Deze stoffen worden ook wel allergenen genoemd. Bij de hond komt deze allergische aandoening meestal via de huid tot uiting, dit heet atopische dermatitis (ontsteking van de huid). Ook gaat het vaak gepaard met jeuk. De ziekte kan een erfelijke basis hebben. Omgevingsfactoren (zoals veranderingen in temperatuur, droge of juist vochtige lucht en bijvoorbeeld stress of angst) bepalen verder of een hond deze aanleg ook echt zal ontwikkelen.
Atopie komt voor wanneer de hond voor langere tijd wordt blootgesteld aan bepaalde prikkels uit de omgeving. Pas dan herkent het afweersysteem deze stoffen en gaat ze als ‘schadelijk’ beschouwen. Het immuunsysteem reageert hierop met de aanmaak van antistoffen, die de jeuk- en ontstekingsreactie veroorzaken.

Genezen kunnen we een hond met atopie helaas niet, omdat we de aanleg ervoor niet kunnen veranderen. Het doel van de behandeling is dan ook vooral de klachten zo goed mogelijk onder controle houden. Dat is pas mogelijk wanneer we weten wat de veroorzaker is van de reactie. Bij de Duitse Herder, Labrador en Golden Retriever, Shar-Pei, Shih-Tzu, Boxer en Terriërs komt atopie veel vaker voor, daarom vermoeden we erfelijkheid. De erfelijke achtergrond bij atopie is vaak ingewikkeld en divers, waardoor dit niet zomaar ‘uit het ras’ te krijgen is.

Ontstaan van atopie klachten

Honden met atopie ontwikkelen klachten omdat ze een verminderde barrièrefunctie van de huid hebben, én ze zijn (meestal) overgevoelig voor omgevingsallergenen. Hun (over)gevoelige huid geeft snel een reactie op allerlei prikkels uit de omgeving, veel sneller dan een gezonde huid. De huid vormt de barrière tussen de buitenwereld en het lichaam. De belangrijkste functie van de huid is het buitenhouden van schadelijke organismen en stoffen en het binnenhouden van vocht. Een normale huid kan dit prima aan, want de huidcellen zitten goed aan elkaar vast. De huidbarrière van honden met atopie is verstoord, waardoor deze kwetsbaar wordt voor verlies van vocht en binnendringen van allergenen, bacteriën en gisten. Ook zien we dat deze mico-organismen zich snel vermenigvuldigen en giftige stoffen produceren die de huid nog verder beschadigen.

Door al deze factoren worden de cellen in de huid gestimuleerd tot het aanmaken van stoffen die ontsteking veroorzaken. Hierdoor gaat de hond zichzelf krabben en raakt de huid nog verder geïrriteerd en beschadigd waardoor de ontsteking van de huid steeds meer verergert. Er dragen dus veel factoren bij aan de huidontsteking en de jeuk. De klachten zijn dus niet altijd even erg.

De klachten

De klacht die we het meest zien bij honden met atopie is vooral jeuk. Dit treedt voornamelijk op aan de snuit, oren, oksels, liezen en de huid tussen de tenen. Daarnaast zien we vaak schilfers, roodheid, kale plekken en soms zelfs een verdikte huid (olifantenhuid). Wanneer er ook een infectie van de huid is ontstaan zien we ook pukkeltjes, korstjes en soms ook pus. Een hond met atopie hoeft niet alle symptomen te hebben op alle locaties, bijvoorbeeld een steeds terugkerende oorontsteking.
Bij de meeste honden met atopie worden de eerste klachten zichtbaar tussen hun 1e en 3e levensjaar.

Diagnose van atopie stellen

Het vaststellen van atopie en de oorzaak is niet altijd even makkelijk. Het is belangrijk eerst andere oorzaken van jeuk zoals voedselallergie, vlooien (overgevoeligheid) en infecties door micro-organismen uit te sluiten of te behandelen. Pas dan stellen we de diagnose atopische dermatitis.
Vervolgens kunnen we onderzoek doen naar de omgevingsallergenen die de reactie uitlokken: allergietesten. Meestal is dit een bloedtest, maar voor een optimaal resultaat kan er nog een uitgebreide huidtest worden gedaan. Deze testen zijn dus niet bedoeld om de diagnose atopie te stellen. Ze worden uitgevoerd wanneer de diagnose al gesteld is om vast te stellen waar het dier op reageert of als uitgangspunt voor de behandeling.
Voor de bloedtest (serumtest) nemen we op de praktijk wat bloed af, dat we vervolgens opsturen naar een gespecialiseerd laboratorium. Het is belangrijk dat uw dier op het moment van bloedafname veel klachten vertoont. In het bloed kunnen we dan zien of het lichaam antistoffen aanmaakt tegen bepaalde allergenen.
Geen enkele test geeft 100% duidelijkheid, ook deze serumtest niet. Een goede anamnese (ziektegeschiedenis) is dan ook erg belangrijk, om de uitslag beter te kunnen interpreteren. Een negatieve uitslag betekent niet altijd dat de hond niet allergisch is, maar dat er op dat moment geen antistoffen gevonden zijn. Een positieve uitslag betekent dat het immuunsysteem heeft gereageerd op iets, maar betekent niet direct dat de klachten hier ook door worden veroorzaakt. Na een uitslag kijken we ook altijd goed met een eigenaar of de gevonden allergenen waarschijnlijk ook de klachten veroorzaken.

Behandeling

Zodra we alles in kaart hebben kunnen we starten met de gerichte behandeling. Deze behandeling bestaat uit verschillende onderdelen, die naast elkaar ingezet kunnen worden. Aangezien het een chronische ziekte is, is de behandeling vaak levenslang. Per hond verschilt het welke combinatie van behandelopties goed werkt. Ook is het belangrijk dat een eigenaar leert herkennen op welke prikkels de hond slecht reageert, en welke medicijnen goed werken. Dit kan een tijd duren (soms wel een jaar).

  • De mooiste oplossing zou zijn om uw hond niet meer in aanraking te laten komen met de allergenen. Helaas is dit praktisch vaak niet mogelijk.
  • Bij desensibilisatie wordt uw hond minder gevoelig gemaakt voor bepaalde allergenen. Deze behandeling wordt ook wel hyposensibilisatie of immunotherapie genoemd. Uw hond krijgt hiervoor langere tijd injecties met een desensibilisatie vloeistof toegediend. Bij 60-70% van de honden met atopische dermatitis geeft desensibilisatie een duidelijke vermindering van de klachten. Het doel van de behandeling is om de hond minder gevoelig (ofwel ‘tolerant’) te maken voor de allergenen waarvoor hij allergisch is. Het intolerante immuunsysteem dat jeuk en ontstekingen in de huid veroorzaakt wordt als ware ‘heropgevoed’ door middel van de injecties.
    De injectievloeistof bevat extracten van de allergenen waarvoor uw hond allergisch is. Deze injecties worden aan oplopende hoeveelheden en intervallen door de eigenaar thuis of door ons op de praktijk toegediend. Door de oplopende dosering kan uw hond langzaam wennen aan de allergenen. De verwachting is dat we na gemiddeld 6 maanden al verbetering zien. Na 8-9 maanden evalueren we de behandeling. Vaak wordt er een flinke verbetering gezien bij 60 tot 70 procent van de honden. De klachten verdwijnen niet bij alle honden volledig. Daarom gebeurt desensibilisatie vaak in combinatie met andere behandelingsvormen. Als de behandeling succesvol is, dan zal uw hond de rest van zijn leven injecties moeten krijgen om dit resultaat te behouden.
  • Vaak zijn er in de opbouw fase of zelfs tijdens de desensibilisatie nog teveel klachten van jeuk en de ontsteking van de huid aanwezig, waardoor er medicijnen ingezet kunnen worden. Ook kunnen deze medicijnen ingezet worden wanneer geen desensibilisatie wordt uitgevoerd, ze zijn dan de hoofdbehandeling en dienen dan levenslang te worden ingezet (en indien mogelijk afgebouwd naar een onderhoudsdosering). Voor honden zijn veel verschillende medicijnen beschikbaar, met elk hun eigen voor- en nadelen. Per individu kijken we wat geschikt is voor uw hond, en de beste optie is. 
  • Zowel bij desensibilisatie als bij het inzetten van medicijnen combineren we deze behandelingen vaak met middelen die gericht zijn op het verbeteren van de huidbarrière. Dit doen we onder andere door het behandelen van infecties met antibiotica of antimycotica (middel tegen gisten), vaak gedurende minimaal drie weken.
    - Om te voorkomen dat er herinfectie optreedt, kan preventief een antibacteriële of anti-gist shampoo gebruikt worden.
    - Het is belangrijk om dieren met atopie (en alle andere honden en katten in huis) het hele jaar door optimaal te behandelen tegen vlooien, om extra jeuk te voorkomen.
    - Omega 3 en 6 vetzuren helpen tegen een droge huid. Voor herstel van de huidbarrière kan er een spot-on (pipet) met een lipidencomplex toegediend worden dat de natuurlijke huidvetten aanvult.
    - Dieren met een lange vacht die allergie voor huisstofmijt hebben, hebben baat bij een kort getrimde vacht. Als het nodig is om de hond regelmatig te wassen, gebruik hier dan altijd een milde vocht-inbrengende shampoo voor.
    - Allergische honden zijn gevoelig voor oorontsteking, daarom is het verstandig om regelmatig een oorcleaner te gebruiken om het oor te helpen zichzelf te reinigen.

atopie-hond

Op alle (behandelings)overeenkomsten zijn van toepassing de Algemene voorwaarden van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde, gedeponeerd ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te Utrecht onder nummer 22/2008.