Aliens

Tijdens mijn studie vertelde een docent dat als er buitenaardse wezens op aarde zouden landen dat wij, als dierenartsen, waarschijnlijk voor hun medische zorg zouden moeten opdraaien. Hij doelde hierbij op de diversiteit aan diersoorten die wij moeten behandelen en dus kennis van moeten hebben. Een slang zit wezenlijk anders in elkaar dan een hond. Voor een operatie zal je ze allebei op een verantwoorde manier onder narcose moeten brengen en ook de nazorg is anders. Ooit had ik een klant die helemaal weg was van boomkikkers. Het was even schrikken toen ze onaangekondigd op het spreekuur kwamen. In een klein terrarium zaten 2 prachtige kleine kikkers. Ze bleken beiden hetzelfde huidprobleem te hebben. Ik gaf direct toe dat het de eerste keer was dat ik een kikker zou gaan behandelen en dat ik geen expert was, maar dat ik wel de wegen wist om ze toch beter te maken. Op de kliniek hebben we veel boeken, er is internet en als we er niet uitkomen kunnen we altijd contact opnemen met een specialist van de Universiteit.

boomkikker

De mensen geneeskunde is anders. Zij hoeven immers maar verstand te hebben van 1 diersoort. Regelmatig moet ik op het spreekuur uitleggen dat een kat anders in elkaar zit dan een mens en dat je dus ook niet zomaar alles kan vertalen. Bepaalde medicijnen die je aan mensen kan geven (bijvoorbeeld paracetamol) mag je beslist niet aan je kat geven. Tussen dieren kan je ook niet altijd alles uitwisselen. Anti vlooien middelen voor de hond bijvoorbeeld mag je niet toepassen op een kat.

Het raakvlak tussen dier en mens-geneeskunde zijn de zoönosen. Zoönosen zijn ziekten die je kunt krijgen van dieren en andersom. Vaak gaat dit om huidaandoeningen zoals schimmel en schurft. Regelmatig vragen we op het spreekuur: “heeft u ook rode plekjes die jeuken?” Alhoewel het niet mijn bedoeling was, worden er dan vervolgens kledingstukken uitgetrokken en mag ik plekken bekijken die wel interessant zijn, maar waar ik niet voor opgeleid ben. Een paar jaar terug kreeg ik van een huisarts de vraag of ik een bacteriologische kweek wilde nemen van de mondflora van een kat. De eigenaar had last van een oorontsteking die maar niet over ging. Ik opperde dat ze dan wel zeer innig contact zouden moeten hebben gehad. Dit bleek waar. De kat had de gewoonte de eigenaar elke dag te wekken door diens oren uit te likken. Natuurlijk was het erg leuk dat uiteindelijk dezelfde bacterie bij eigenaar en kat gevonden werd. Een tijd terug kreeg ik de vraag of ik ook een muis zou kunnen castreren. Natuurlijk kan ik dat riep ik vervolgens. De muis woog 30 gram en was het niet eens met de ingreep. Uiteindelijk is het wel gelukt, maar het was toch anders dan bij de Boerboel van 90 kg die even later op tafel ging.

Met vriendelijke groet,

Drs. J.W. Baljet

Op alle (behandelings)overeenkomsten zijn van toepassing de Algemene voorwaarden van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde, gedeponeerd ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te Utrecht onder nummer 22/2008.