Je hebt hooi en hooi

Gedroogde grassen zijn het dagelijks brood van konijnen en cavia’s. Hooi moet dan ook altijd in voldoende mate ter beschikking staan. Maar let op: aan het hooi dat je voert, moet je wel enkele eisen stellen.

Geen weiland is hetzelfde. Daarom varieert het aandeel kruiden en grassen in de verschillende hooisoorten aanzienlijk. Ook wat het gehalte aan voedingsstoffen betreft zijn er sterk uiteenlopende soorten, wat vooral afhangt van de maaiperiode. De eerste oogst is al in het voorjaar, dus nog voordat veel planten beginnen te groeien. Omdat grassen sneller groeien dan kruiden, is hun aandeel dan ook bijzonder groot. Het hooi is daarom grof en bevat veel ruwe vezels. Het bevat veel vetten en proteïnen, die belangrijk zijn voor de voeding van kleine huisdieren. De tweede oogst volgt als het hoog zomer is. Omdat de grassen dan dunner en minder aanwezig zijn, is het aandeel kruiden juist groter. Er zitten veel voedingsstoffen en proteïnen in, maar minder ruwe vezels.

De juiste mix

De vakhandel heeft een veelzijdig aanbod van verschillende hooisoorten. Om ervoor te zorgen dat je konijnen alle voedingsstoffen binnen krijgen die ze nodig hebben, is het beter om verschillende soorten met elkaar te mengen of om regelmatig van soort te wisselen. Zo kun je je dieren naar believen voeren en kunnen zij waar nodig de planten eruit pikken die hun lijfjes nodig hebben. Veel dieren zijn namelijk echte plantenkenners en weten instinctief welke helende werking welke plant heeft. Ze zijn daardoor in staat om kleine kwaaltjes zelf aan te pakken.

De juiste opbergplaats

Om de kwaliteit van het hooi te behouden, moet het donker en droog bewaard worden. Laat het hooi niet te lang in de originele verpakking of andere plastic zakken, omdat eventueel nog aanwezig vocht dan geen kant op kan. Ideaal is een jute zak, maar ook een kussensloop van katoen doet het prima. Let op: Als je dieren allergisch op hooi reageren, ligt dat meestal aan de slechte kwaliteit van de planten die erin zitten. Haal het hooi dan onmiddellijk weg! Contact ermee of opname ervan kan leiden tot ademwegaandoeningen of serieuze stofwisselingsproblemen.

Praktische tips, Goed hooi herkennen

Doe de test, door te zien, ruiken, horen en vast te pakken:

  • De halmen moeten een verse, groene kleur hebben. Het hooi mag niet geel of grijs zijn.
  • Het hooi moet kruidig ruiken, en mag nooit muf zijn.
  • Het hooi moet droog aanvoelen zodat het bij aanraking een beetje ritselt. Het mag daarbij niet stoffen, noch uiteenvallen.
  • Vochtige of beschimmelde halmen betekent dat het hooi niet goed gedroogd is of op een verkeerde plaats wordt bewaard.

Bron: Hart voor Dieren september 2018

Op alle (behandelings)overeenkomsten zijn van toepassing de Algemene voorwaarden van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde, gedeponeerd ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te Utrecht onder nummer 22/2008.